bijenvereniging bakel
  • klaverbloem2
  • bij
  • bij2
  • klaverbloem
  • bij3
  • bloem
  • bij4
  • bloem2
bijenvereniging bakel

Geschiedenis Klaverbloem

Reglement bij oprichting in 1913

Bestuur bij oprichting in 1913

Verhaal uit de oude doos

Nadat in 1645 de grens tussen Bakel en Venraij van gemeentegrens veranderde in een landsgrens tussen Staats Brabant en Pruisisch Gelderen meende zowel Bakel als Venraij dat de grens niet op de juiste plaats getrokken was. Het gevolg was dat de onrusten die er al enkele honderden jaren waren steeds grilligger werden. Bij de onderlinge onrusten vielen zelfs doden en vele gewonden. Buiten de ruzies over het steken van turf, het rondtrekken met schapen werd er net zo lang over de bijenkorven plaatsen geruzied. Regelmatig verdwenen er karren met korven richting Venraij omdat deze volgens de Venraijers op Pruisisch gebied stonden. In augustus 1662 werden er weer eens verschillende bijenkorven van de Bakelnaren gestolen. De Bakelse mensen namen tegenmaatregelen en besloten om alle karren die richting Venraij gingen aan te houden, er spullen af te halen om die te verkopen totdat het bedrag welke de Bakelnaren aan schade geleden had vergoed waren. Gewaarschuwd werd om van hieruit niet naar Venraij te gaan dat de Venraijers op wraak uit waren. Op 17 maart 1663 werden door de Gelderse weer 5 karren met Bijenkorven uit de Bakelse Peel gestolen waarvan Willem Brants uit Aarle de eigenaar van was. Hij zou zijn korven terug kunnen krijgen als er staangeld voor betaald werd. In augustus van 1663 hadden de Venraijers korven op Bakels gebied gezet en weigerde er ook maar een cent voor te betalen, waarop de vorster van Bakel de korven per opbod verkocht. Tot 1669 lezen we niet meer over plaatsen van bijenkorven omdat er veel Spaans krijgsvolk hier rond liepen. Niemand durfde huis of haard te verlaten dat de kans op beroving of brandstichting groot was vooral bij de afgelegen huizen. Maar op 13 augustus 1669 vergaderen de Peelmeester van Bakel, Helmond, Aarle en Beek. Die besloten dat Schout Daniël Maccalla gemachtigd was alle korven weg te halen en te verkopen waar niet voor betaald was. Aanleiding hier van was weer het plaatsen van 24 korven op twee wagens door de Venraijers. Er waren als eerder waarschuwingbriefje aan de korven gehangen met de tekst "Dit is Brabants gebied" Maccalla nam van de eerste wagen 8 korven mee en van de tweede wagen 4 korven. Toen dit niet hielp had Maccalla in 3 a 4 dagen 11 karren met korven naar Bakel gebracht. Het antwoord was dat de mensen van hier 25 karren kwijt raakte. Gewaarschuwd werd dat de Brabanders van de spullen van de Venraijers moesten afblijven, dat ze niet terug deinzen om alle koeien, paarden, schapen en bijen naar Venraij te nemen. De toestand bleef zoals het was. De strijd over de Peel ging door totdat beide kampen inzagen dat het zo niet door kon gaan. Besloten werd in 1716 de Peel gelijkwaardig te verdelen. Dat zowel Bakel als Venraij evenveel aan turf en heide gebied zou krijgen. Na het plaatsen van de vredepaal op de nieuwe grens tussen Bakel en Venraij werd het wat rustiger en werden hierna geen korven meer gestolen. Zolang we weten hebben er in de Peel altijd bijenkorven gestaan. Vooral als de hei in bloei stond stonden er werkelijk honderden platte karren met bijenkorven. Het schijnt dat de belangstelling voor heide honing afnam.

 

 

Met het einde van de boekweit en de veenboekweit cultuur verdween in enkele jaren bijna de gehele bijenhouwerij. In 1860 waren er nog 113 bijenhouders in Bakel en Milheeze te vinden die gezamenlijk 904 korven hadden. Dat de belangstelling om bijenkassen in de Peel te plaatsen steeds minder werd kwam ook omdat de Peel na 1864 verdeeld was in een gedeelte waar Helmond, Aarle Rixtel en Beek het voor het zeggen had, dat ook in die gemeente toestemming' gevraagd moest worden voor het plaatsen van korven. In 1866 waren er nog 57 bijenhouders in het Peelvak van Bakel te vinden daarvan hadden er slechts 5 Bakelse of Milheeze mensen toestemming van de gemeente gekregen om er hun korven te plaatsen, alles bij elkaar niet eens honderd korven. In 1875 werden er nog 910 korven geteld. Maar na die tijd nam het aantal snel af. Ook in Deurne werden in enkele jaren aanzienlijk minder korven geplaatst. In Venraij was het verval van de bijencultuur wat trager. In 1900 stonden daar nog altijd 950 korven. De afgang van de bijenteelt was niet alleen te wijten aan het einde van de boekweit en later de veenboekweit cultuur. De vraag naar boekweit als consumptiegraan nam in enkele jaren geheel af, zelfs voor veevoeder. Bij het minste vorst ging de hele boekweitoogst verloren. Ook was het veel goedkopere Nederlands-Indië of Javaansrietsuiker een grote concurrent van de honing.

Na 1895 kwam daar ook nog eens de Beetwortelsuiker bij die op grote schaal werd geteeld. Het winnen van bijenhoning was een arbeidsintensieve bezigheid. De prijzen waren goed maar toen de rietsuiker kwam was de imkerij niet meer lonend. Hoe het kwam en waarom weet ik niet maar in 1900 kwam er plotseling een lichte opleving. In de gemeente stonden in dat jaar 763 korven. De oogst van dat jaar was ook niet zo slecht gemiddeld leverde ieder korf 6 kilo honing en een kilo was op. Schoolmeester Hendriks uit Milheeze won met zijn inzending van Koud bewerken op de nationale Bijententoonstelling te Boxtel de eerste prijs. Sedert enkele jaren was er een nieuwe methode van imkeren en honing verwerken. Om de bijencultuur te redden werd in 1912 door Antoon Klaassen uit Milheeze een bijenvereniging opgericht "de Klaverbloem" Er werden 30 mensen lid van deze bijenhouderclub die gezamenlijk voedersuiker inkochten en gezamenlijk werd de honing en was verkocht.

 

Bronnen;

Peelverslagen in de archieven van de Raad van State 1629 / 1813

Landbouwverslagen gein. Bakel en Milheeze 1860 - 1920.

Provincie verslagen.

Dagblad Zuid Willemsvaart.